Eindelijk naar Escher

Eindelijk naar Escher in het Paleis! Een bezoek stond ook al even op de lijst. Als kind had ik een boek met een paar prints van zijn onmogelijke constructies en ik kan me nog wel vaag herinneren dat ik gefascineerd was door die onmogelijke constructies. Escher lijkt me een bijzondere vent.

Kijk maar eens naar z’n foto —mooie plaat trouwens— dan voel je dat hij ‘iets heeft’. Maar wat dan?

Kunstenaar

Escher zag zichzelf nooit als kunstenaar. Ja misschien later toen hij een beetje van z’n werk kon leven. Hij keek op tegen ‘de echte’ artiesten en voelde zich altijd een beetje een vreemde eend in de bijt. Vooral zijn eerdere, minder abstracte werk, bijvoorbeeld zijn werk uit Italië, vind ik echt waanzinnig mooi. Ik moet bekennen dat ik die tekeningen eigenlijk helemaal niet zo goed ken. Voordat ik naar Escher in het Paleis ging wist ik niet beter dan dat hij vooral onmogelijke constructies, studies van oneindigheid en in elkaar passende patronen maakte. Maar niets is minder waar zo bleek in het museum.

Wat vooral opvalt is hoe fijn en precies zijn tekenwerk is. Pas zodra je met je neus boven op de afdrukken staat, zie je bijvoorbeeld hoe mooi de arceringen zijn die hij gebruikt om licht- en donkereffecten te bereiken. Gaat dat zien!